Ons onderzoek levert een heleboel kennis en maatschappelijke impact op. Die verdienen een podium!
Resultaten
Rapporten
-
De besluitvorming bij onbedoelde zwangerschap is een persoonlijk proces dat er telkens anders uitziet. Het terugbrengen van motieven tot ‘rijtjes omstandigheden’ doet geen recht aan de werkelijkheid. Ons onderzoek én eerder onderzoek laat zien dat er vrijwel nooit maar één motief is. Een besluit wordt vaak genomen op basis van een samenspel van emoties, intuïtie en meerdere motieven die altijd in de context moeten worden gezien. Zo spelen bij veel mensen o.a. de timing van de zwangerschap, een aan/afwezige kinderwens en de partnerrelatie een rol bij het besluit.
Dit betekent niet dat het per se een gecompliceerd besluit is (zoals wel vaak wordt gedacht!). Onderzoek laat zien dat de meerderheid meteen weet/voelt wat er moet gebeuren met de zwangerschap.
Door te vragen naar redenen krijgen mensen het gevoel zich te moeten verantwoorden voor hun besluit, in plaats van inzicht te geven in hun besluitvormingsproces. Vragen naar redenen (”Waarom?”) lijkt daardoor weinig zinvol. Bovendien is het aan de zwangere in kwestie, welk besluit die maakt. Daar is geen verantwoording voor nodig.
Stel liever andere vragen, zoals: “Hoe was het voor jou?”. Zo krijg je beter zicht op wat echt leeft.
Wetenschappelijke publicaties
-
Wat is een onbedoelde zwangerschap? En hoe meten we dat in onderzoek en beleid?
Dat is te lezen in dit artikel.
-
We onderzochten de mogelijke impact van een onbedoelde zwangerschap op de mentale gezondheid van vrouwen die de zwangerschap uitdragen, in een geboortecohort uit Amsterdam (de ABCD studie).
Sommige eerdere onderzoeken lieten zien dat het uitdragen van een onbedoelde zwangerschap stressvol kan zijn. Wij onderzochten of dit impact heeft op de mentale gezondheid van moeders tot 12 jaar na deze zwangerschap. Het korte antwoord: Alhoewel mensen die een onbedoelde zwangerschap uitdragen kort na de geboorte een beetje meer mentale problemen ervaren dan mensen met een bedoelde zwangerschap, verdwijnt dit 'effect' al snel als we iets later in de tijd kijken. Wat veel belangrijker is voor mentale gezondheid van moeders, is hoe zij zich voelen tijdens de zwangerschap. Als zij dan bijvoorbeeld al veel mentale klachten ervaren, is dit een hele belangrijke factor in het ervaren van mentale problemen later in het leven.
Wat kunnen we hier dan mee? Hoe kunnen we mensen met een onbedoelde zwangerschap beter helpen, als zij dit willen? Elke zwangerschap is anders, net als ieder mens anders is. Onze resultaten laten zien dat het belangrijk is om te focussen op het verbeteren van mentale gezondheid tijdens de zwangerschap. En dat geldt natuurlijk voor iedere zwangerschap, ongeacht hoe bedoeld, gepland of gewenst die was.
Het is verder heel belangrijk dat iedereen haar eigen (reproductieve) keuzes mag en kan maken. Door eerder onderzoek in bv Amerika (de Turnaway Study) weten we dat mensen die een abortus willen, maar deze niet kunnen krijgen (bv omdat abortus niet (legaal) toegankelijk is) wél een enorme negatieve impact ervaren (meer info). Ons onderzoek vond plaats in Nederland. -
We onderzochten de mogelijke impact van een onbedoelde zwangerschap op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, in een geboortecohort uit Amsterdam (de ABCD studie).
Kinderen geboren uit een onbedoelde zwangerschap hadden een beetje meer gedragsproblemen rond 5-6 jaar oud, maar niet meer op oudere leeftijd (11-12 en 15-16 jaar). Wat veel belangrijker is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, is de mentale gezondheid van hun ouders. Onze resultaten laten namelijk zien dat het “effect” van de onbedoelde zwangerschap bijna verdwijnt als je de mentale gezondheid van ouders in overweging neemt.
Wat moeten we hier dan mee in de praktijk? We pleiten er voor dat we in beleid vooral focussen op het verbeteren van mentale gezondheid van ouders. Want dat komt het hele gezin ten goede.
Het is verder heel belangrijk dat iedereen haar eigen (reproductieve) keuzes mag en kan maken. Uit eerder onderzoek in bv Amerika (de Turnaway Study) weten we dat kinderen die geboren worden uit zeer ongewenste zwangerschappen, waarvan de ouders een abortus wilden maar niet konden krijgen, wél veel negatieve impact ervaren in hun ontwikkeling. Ons onderzoek vond plaats in Nederland.
-
Er is een maatschappelijke reflex om te schrikken van stijgende abortuscijfers. Dat versterkt schadelijke stigma's. Zo schreven Wieke, Jenneke en Alina (van AVA) in een opiniestuk in het NRC.
-
Met mannen wordt weinig gepraat over abortus, ook niet als ze het van dichtbij meemaken. Hoe kunnen we ruimte maken voor de emoties van de man, zonder die van de vrouw in te perken?
Jenneke vertelde in dit artikel iets over ons onderzoek en het perspectief van mannen betrokken bij een abortus.
-
Het is tijd dat we afscheid nemen van het taboe rond praten over abortus, vinden experts en ervaringsdeskundigen. Die gesprekken moeten juist worden gevoerd, en niet alleen door vrouwen onderling. ‘Het valt me op hoe weinig mannen vaak weten over de anticonceptie van hun partner.’
Jenneke vertelt in dit artikel meer over ons onderzoek.
-
Het aantal abortussen is de laatste twee jaar flink gestegen, tot het hoogste niveau in veertig jaar tijd. Tegelijkertijd daalt het gebruik van de pil. Uit onderzoek van Rutgers blijkt dat veel vrouwen de kans dat ze zwanger worden onderschatten.
Jenneke vertelt in dit artikel meer over ons onderzoek en onze resultaten.